Hubertus de gouden haan is van de kerktoren gevallen. De kleuters vinden hem in de zandbak van hun school en besluiten om Hubertus te verzorgen in de huishoek. Ze willen van alles van hem weten: wie is hij, waar komt hij vandaan en wat ziet hij allemaal vanaf de kerktoren gebeuren in het dorp. Hubertus gaat met de kleuters op ontdekkingstocht door de school en in de buurt. Op allerlei manieren leren kleuters hun buurt goed kennen door te kijken, te luisteren en te doen. Het leren “lezen” en herkennen van de eigen omgeving draagt bij aan het cultureel bewustzijn en is een eerste kennismaking met erfgoed in de directe omgeving van de school.